Clara's Ogen. Hoofdsuk 30, deel 3
En zo werd het zondag. Ze moesten al vroeg op het station zijn; de trein vertrok om zes uur 's morgens.
Rons auto stond veilig op de parkeerplaats. Zijn ouders en zus waren blij voor het tweetal en hadden hen veel succes gewenst.
Ze wachten samen op het perron. Ron had een weekendtas over zijn schouder, en Clara's schilderij zat in een stevige hoes.
"Het komt allemaal goed, lieverd," fluisterde hij in haar oor. Hij wist dat Clara nerveus was in deze vreemde omgeving. Alles was nieuw voor haar, en ze hield zich stevig vast aan zijn arm. De ongewone drukte was ook niet waar ze op hadden gerekend, ondanks het vroege tijdstip.
"Ik had in mijn eigen ruimte moeten rusten, vannacht," mopperde Clara op zichzelf. "Ik heb de hele nacht wakker gelegen."
Ron verzekerde haar dat ze onderweg genoeg tijd zou hebben om te slapen, en op dat moment arriveerde de trein. Snel vonden ze de wagon die Ron had gereserveerd voor de tien uur durende reis. Dat gaf hen wat privacy. Ron zette het schilderij op een van de banken en daarna maakten ze het zich gemakkelijk op de andere.
"Wanneer gaan we?" vroeg Clara.
"Over een minuut of tien. Waarom?"
"Dan kan ik een tijdje naar mijn eigen ruimte," zei ze. "Dat kan, hรจ?"
"Natuurlijk. Dat regelen we wel, geen zorgen." Hij trok haar tegen zich aan en kuste haar. Hij snapte haar angst voor dit nieuwe avontuur. Een tijdje in haar eigen ruimte zou wonderen doen voor haar gemoedsrust.
De trein vertrok op tijd. De aankondigingen schalden over het perron en door de kleine luidspreker in de coupรฉ. Snel trok de trein op en toen waren ze op weg. Naar Boston. Samen.
"We zijn op reis, Ron." Haar woorden klonken tegelijk opgewonden en nog steeds wat angstig. Hij tilde haar op zijn schoot zodat ze haar hoofd op zijn schouder kon leggen en tegelijk naar buiten kon kijken.
Op een gegeven moment vond Ron dat ze lang genoeg onderweg waren. Hij kon de gordijntjes van de coupรฉ dichtmaken en dan kon Clara haar schilderij in, maar toen hij zijn hoofd draaide om dat voor te stellen zag hij dat ze in slaap was gevallen. Goed zo. Nu was het niet nodig om de reis naar haar eigen ruimte te maken. Ron verschoof iets, zonder haar wakker te maken, en sloot zijn ogen ook. Het was een heel vroege start geweest, hij kon ook nog wel een paar uurtjes slaap gebruiken.
~~~
Ron werd wakker en wist meteen dat er iets mis was. Clara's warmte was weg. Hij schoot overeind en dook het gangpad in. "Clara!"
"Ron! Hier!" Ze stond aan het eind van de gang en wuifde naar hem. Naast haar stond een oudere mevrouw, en samen stonden ze naar het voorbijvliegende landschap te kijken.
Clara's gezicht bloeide op toen hij dichterbij kwam. "Je lag nog te slapen, Ron, en ik wilde je niet wakker maken. Daarom ben ik hierheen gekomen, om naar buiten te kijken."
Hij sloeg zijn armen om haar heen. "Ik was zo bezorgd toen je opeens weg was."
"Ach, wat lief," zei de oudere mevrouw. Met een glimlach vroeg ze toen waar ze naar toe op weg waren.
"We gaan naar Boston," zei Clara. "Ron is een schilder. Een heel goede schilder."
"Dat is leuk," zei de oudere mevrouw. "Je moet maar eens tegen hem zeggen dat hij een schilderij van jou moet maken, kind. Je hebt zo'n mooi gezicht."
Comments