Clara's Ogen. Hoofdstuk 38, deel 4
Tegen de avond was iedereen bijna duizelig van al het praten en regelen, en moeders uitnodiging om te blijven eten werd graag geaccepteerd. Moeder vond dat een prima begin voor een mooie traditie, zei ze, zo eens per week 'thuis' komen eten.
Onder het eten had Rons vader zelfs iets te mopperen. "Je had dit wel wat beter kunnen plannen, zoon. Al die drukte op het laatste moment…"
"Kom op, pa. Clara en ik hebben elkaar gevonden en ik neem geen enkel risico dat ze ervandoor gaat. Kun je me dat kwalijk nemen?"
Clara grinnikte en kuste hem op de wang.
Ron wist dat zij ook moe was, en vroeg zich af of ze niet binnenkort naar huis moesten, zodat ze in haar eigen ruimte bij kon komen. Dat werkte het beste voor haar, daar waren ze al lang achter.
"Ik laat hem niemand anders vinden, hoor," zei Clara. "Ik ben degene die zo'n haast heeft en ik zorg ervoor dat hij zoveel haast krijgt. Dat merkt Ron natuurlijk niet, want ik heb daar zo mijn manieren voor."
Rons moeder moest daar hartelijk om lachen. "Een vrouw naar mijn hart. Welkom in de familie, Clara."
Clara keek even heel blij en toen sloeg haar uitdrukking opeens om. "Dank u, mevrouw Brooks. Ik zou graag willen dat mijn ouders dit mee hadden kunnen maken."
Ron pakte haar hand en kuste de palm. "In gedachten zijn ze altijd bij ons, lieveling."
Rons moeder stelde voor dat Clara haar ouders aan Ron zou beschrijven en hij zou dan tekeningen van hen kunnen maken. "Op die manier kunnen ze er dan toch een beetje bij zijn."
Ron voelde zich helemaal geweldig door dat idee van zijn moeder, en Clara vloog zowat van haar stoel om haar aanstaande schoonmoeder te omhelzen. "Wat een mooi idee!"
Moeder bloosde en lachte. "En als je wilt kun je ons pa en ma noemen. Of vader en moeder, wat je wilt."
Clara keek haar aan toen ze klaar was met haar omhelzing. "Dat is… bijzonder… ma." Clara's stem was enkel een fluister toen ze weer ging zitten. Ze veegde haar ogen droog en keek iedereen aan. "Jullie weten niet wat het voor mij betekent om hier te zijn," zei ze.
"Ik wel," zei Ron. "Geloof me. Ik kan dat."
Clara keek hem aan en pakte zijn hand. Met nieuwe tranen in haar ogen zei ze: "Jij. Jij wel." Ze glimlachte.
Vader Brooks stond toen op. "Ik ben zo terug," zei hij, en verdween richting de keuken. Even later hoorde iedereen een duidelijke plop daarvandaan, en nog even later kwam de man terug met een dienblad met vijf glazen erop.
"Champagne," kondigde hij trots aan. "Ik wilde die eigenlijk bewaren voor nieuwjaarsavond, maar deze gelegenheid is er veel beter voor." Hij deelde persoonlijk de glazen uit. "Op het aanstaande bruidspaar."
Omdat de fles champagne leeg moest hadden Ron en Clara een taxi nodig om thuis te komen. Shelley bleef bij haar ouders slapen, dat was ook veiliger.
Het tweetal wankelde opvallend toen ze naar binnen gingen, en ze moesten om alles lachen. De deur was amper dichtgevallen achter hen, toen ze in elkaars armen vielen, en hun toekomst met kussen bezegelden.
"Ik voel me heel raar in mijn hoofd," zei Clara.
"Ik denk dat je een beetje dronken bent, lieverd."
"Dan ben jij dat ook, lieverd," zei Clara, die tegen hem aanleunde om zichzelf staande te houden. "Zou je ons naar mijn ruimte kunnen brengen? Ik denk dat ik daar nu een tijdje moet zijn."
"Natuurlijk kan ik dat, Clara van mijn hart." Ron kuste haar wang. "Houd mijn hand maar vast."
Een paar minuten later lagen ze op de zachte, warme vloer van Clara's eigen woonruimte. De zweverigheid, veroorzaakt door de champagne, was verdwenen op het moment dat ze daar waren aangekomen.
"Ik houd van jou, Ron Brooks," zei Clara, die bovenop hem lag. Hij had zijn armen om haar heen.
"En ik houd van jou, Clara van Gogh."
Comments