Clara's Ogen. Hoofdstuk 37, deel 1
37. Ongewenst bezoek
Met Clara aan de ene hand en de schilderskist in de andere stapte Ron voorzichtig het nieuwe schilderij in, samen met zijn verloofde. Het voelde precies als de vorige keer. Ron merkte dat hij zijn adem had ingehouden en zoog opgelucht zijn longen vol. Het was precies het kantoor zoals hij het zich herinnerde. Het vreemde was dat er nu een schimmige waas over alles heen lag, alsof het een overbelichte foto was.
"Wat doen we nu?" vroeg Clara.
Ron zette de kist op de grond. "We beginnen met het bureau." Hij liep naar het meubelstuk toe en zag een stapel papier liggen. Hij pakte die op en smeet de vellen door het kantoor heen. Het effect van de langzaam dwarrelende stukken papier was hypnotiserend. "En we gooien de banken ondersteboven."
Dat viel nog niet mee, merkte hij. De banken waren in deze geschilderde wereld veel zwaarder, en enkel met Clara's hulp kon hij ze omgooien. Ook de koffietafel ging op z'n kant. Ron probeerde het glazen blad kapot te schoppen, maar dat bleek onmogelijk. Het voelde alsof hij in een laag stroop schopte.
"Ik mocht willen dat we dit hele kantoor onder de verf konden smeren," zei hij toen ze alles omgegooid hadden wat ze van de plek kregen.
"Dat kan," zei Clara.
"Echt?" Ron had dat niet verwacht. Clara kwam met de meest bijzondere dingen aan.
"Kom mee, gaan we eerst terug," zei Clara. "Waar is het schilderij waardoor we hier zijn gekomen?"
Ze vonden het in een hoekje, bijna uit het zicht. Ron vond dat vreselijk, want dit was een mooi ding vergeleken met alle rommel die er verder aan de muren hing.
"Geef me je hand," zei Clara. Hij greep zijn schilderskist en pakte haar hand. Ze raakte het schilderij aan. Dat werd groot genoeg voor hen om er doorheen te stappen. "Nu kun je je omdraaien en dit schilderij met het kantoor volsmeren." Terwijl ze dat zei, duwde ze het schilderij met het kantoor een klein stukje aan de kant. "Zo, nu kunnen we er niet meer door, maar dat is ook niet nodig."
Ron vroeg maar niet hoe ze dat wist. Hij pakte een penseel en wat verf en keek naar het doek dat nog steeds tegen de kleine perenboom leunde. Wat een vreemde wereld was dit toch. Daarna begon hij het kantoor te besmeuren. Het verbaasde hem toen hij voelde dat de penseel soms voelbaar ergens tegenaan botste, alsof hij een reliëfschilderij aan het bekladden was.
"Zo, dat is dat. Ik zou zijn gezicht wel eens willen zien als hij morgen binnenkomt," zei Ron.
"Als je wilt kun je een bericht op de vloer schrijven," zei Clara met een ondeugende blik in haar ogen.
Ron grijnsde, en met gele verf schreef hij 'We houden je in de gaten' op de nu blauwe en zwarte vloer. "Dat is genoeg. Dank je dat je dit mogelijk maakt, Clara." Hij kuste haar, lang en teder. Daarna pakten ze het doek met het kantoor en de schilderskist op en stapten weer door de opening die naar Clara's ruimte leidde. Daar wiste ze het perenboomschilderij van de muur.
"Dat schilderij kunnen we het beste hier laten," zei ze, wijzend naar het besmeurde kantoor. "Dan vindt niemand het."
"Goed idee. Ik ben best moe nu, weet je dat?"
"Dat snap ik," zei Clara. "Je hebt een hoop werk gedaan vandaag, lieve Ron." Ze streelde even zijn wang. "Het is onnatuurlijk voor jou om door schilderijen te lopen, en ik ben trots dat je dat zo goed hebt gedaan. We moeten maar naar bed gaan."
Ron knikte. Hand in hand stapten ze door de muur, de huiskamer in, en niet veel later lagen ze in elkaars armen.
Comments