Book covers of some of my publications
A world of books - Een wereld van boeken.

Clara's Ogen. Hoofdstuk 36, deel 2

Clara knikte maar ze was duidelijk bang, net als Ron. Hij was tenslotte een schilder, geen geheim agent die constant opgejaagd werd. Hij keek naar haar terwijl ze naar haar klerenkast in haar schilderij liep. Ze pakte twee badjassen en gaf hem er een. In de haast om te ontsnappen had geen van hen aan kleren gedacht. "En wat doen we nu?"
"Nu wachten we. Meer kan ik niet bedenken." Ron keek naar de telefoon die hij nog steeds in zijn hand had. Het apparaat had hier geen bereik, maar hij kon in elk geval de tijd in de gaten houden. "We wachten een uur. Of twee. Dat moet lang genoeg zijn. Als ze dan nog niet weten dat er niemand thuis is dan zijn ze oerstom."
Een enorme hoeveelheid nare dingen bestormden zijn gedachten, tot aan het idee dat ze het huis in brand zouden steken. Hij duwde dat idee weg. Alle huizen in de straat stonden dicht bij elkaar. Een huis in brand zou de hele straat in as leggen, en dat zou veel te veel opvallen.
De twee zaten tegen elkaar aan te wachten, terwijl de minuten voorbij kropen. Het waren benauwde minuten die steeds onprettiger werden, omdat ze geen idee hadden wat zich buiten de klerenkast afspeelde.
"Waarom kijk je zo vaak rond?" vroeg Clara.
Ron had niet eens gemerkt dat hij dat deed. "Ik kijk of er rook is," zei hij. Hij had geen idee of dat tot hier zou doordringen, in het schilderij.
"Rook?" Nu keek zij ook rond, een beetje paniekerig. Ron deed zijn best om haar te kalmeren en haatte zichzelf even omdat hij haar nu nog banger had gemaakt. Hij kuste haar voorhoofd en stond toen op.
Op de witte muur begon hij met zijn handen een afbeelding te schetsen.
"Wat doe je?"
Ron keek haar even aan. "Weet ik niet zeker, maar ik wil proberen een uitweg te maken hier, voor als het echt mis gaat. Op de muur ontstond een ruwe schets van Clara's Woud.
"Nee, Ron," zei Clara, terwijl ze opstond en zijn snel-bewegende handen tegenhield. "Dat doen ze niet. Dat kunnen ze niet doen. Dat zei je net zelf." Ze sloeg haar armen om hem heen. "Daardoor zouden ze teveel aandacht trekken."
Ron kalmeerde en nam haar in zijn armen. "Je hebt gelijk. Nu draaide ik even door. Zoiets doen ze niet." Hij kuste haar op de wang. "Sorry. Ik liet me even gaan. Ik ben een stommerd."
Clara schudde langzaam haar hoofd. "Nee. Je bent geen stommerd. Je wilt ons redden, en daar ben ik dankbaar voor, Ron."
Na een tijdje zo te hebben gestaan, kuste Ron haar nog een keer op de wang. "Kijken hoe laat het is." De telefoon wist dat het na half tien in de ochtend was. Ze waren dus al ruim twee uur hier. "Oké, lang genoeg. Ik ga kijken. Ga je mee?"
Ze pakte zijn hand. "Ja. Ik ga altijd met jou mee, Ron."
Ze haalden een keer diep adem en sprongen door de muur.

Comments