Clara's Ogen. Hoofdstuk 34, deel 4
Onderweg naar zijn zus zei Ron: "Misschien had ik Shelleys schilderij mee moeten nemen."
Clara lachte. "Luister jij wel eens? Aan de telefoon zei ze iets over een dag zonder verf, weet je dat niet meer? Ik geloof dat ze gelijk heeft. Dat je dat niet kunt." Ze streelde zijn wang. "Niet dat ik het erg vind hoor, maar ze heeft wel gelijk. Soms moet je even wat anders doen, Ron." Ze klonk serieus.
"Clara van Gogh, jij bent precies degene die ik nodig heb," zei Ron daarop plechtig. Ze waren al in de straat waar zijn zus woonde en hij zocht een parkeerplek. "Wat heb ik in hemelsnaam met mijn leven gedaan voor ik jou vond?"
"Je maakte mij in je hoof voordat je me in het echt maakte," antwoordde ze meteen, terwijl ze hem aankeek.
"Dan heb ik te lang gewacht met je in het echt maken," zuchtte hij, en parkeerde de auto. Hij boog naar Clara toe en omhelsde haar. Het was een omhelzing die onderbroken werd doordat Shelley op het raam tikte.
"HΓ©, stoppen voordat de buurt gaat klagen over onzedelijk gedrag," lachte ze toen Ron en Clara uitstapten.
"HΓ©, zusje!" Ron gaf haar een knuffel, en Clara deed dat ook. Ze zei dat zij achterin de auto zou gaan zitten, voor de verandering. Ze bekeek nieuwsgierig de grote mand die Shelley daar op de bank zette. Shelley protesteerde en zei dat ze hun liefde niet wilde verscheuren, maar Clara stond erop en ging snel achterin zitten. Shelley en Ron stapten ook en, en de rit naar het meer begon.
Omdat het zaterdag was, waren er heel wat mensen op de been. Het gebied om het meer was gelukkig enorm, dus was het nergens druk. Ron parkeerde de auto, en omdat Shelley eerst een wandeling rond een deel van het meer wilde maken, ging de picknickmand de kofferbak in. Die was te zwaar om mee te slepen.
Gedurende de wandeling hadden ze het over van alles. Shelley was al benieuwd naar de bruiloftsvoorbereidingen en zei dat ze het rot vond dat ze nog met de hele papierwinkel bezig waren. Dat bracht het gesprek dan weer op Rons nieuwe werkgever, Wederlicht. Hij zei dat ze de papieren daarvoor hadden gekregen en terug hadden gestuurd, en dat hij nu met Sterrennacht bezig was.
"Dat ga ik niet verkopen," zei hij. "Clara en ik staan daarin."
"Dan moet je het beslist niet doen," zei Shelley. "Je kunt zoveel maken en verkopen, man."
Daarna vertelden ze haar over het schilderij met het woud in de vallei. "Dat noemt hij Clara's Woud," zei Clara glunderend. "Is dat niet lief?"
"Sta jij daar ook op?" vroeg Shelley. "Want als hij daarmee bezig blijft, dan verkoopt hij nooit meer wat!"
"Nee, dat niet, maar het is wel iets waarvan ik wil dat ze het elke dag ziet," zei Ron. "Virginia is tenslotte totaal anders dan New York. Of Frankrijk."
"Hoezo Frankrijk?" Shelley keek hem verwonderd aan.
"Ja," zei Clara dapper. "Daar komt mijn familie vandaan. Het is wat⦠ingewikkeld."
"O, wat leuk!" Shelley klapte in haar handen. "Spreek je Frans?"
"Niet sinds ik hier ben gekomen," zei Clara, ietwat benauwd terwijl ze Rons hand pakte.
"Gelukkig maar. Ik wil liever niet dat je opeens in het Frans begint," zei Shelley. "Daar versta ik helemaal niets van." Toen nam ze Clara bij haar vrije arm. "Ik geloof het niet, weet je dat? Ik loop hier gewoon arm in arm met mijn aanstaande schoonzus en mijn broer. Jullie kunnen je niet voorstellen hoe blij ik hiervan word."
Na bijna twee uur wandelen besloot het drietal terug te gaan naar de auto. Ze hadden genoeg gelopen om de picknickmand eer aan te doen, en ze vonden een mooie plek dicht bij het water. Ron had een paar dekens achterin de auto liggen waar ze lekker op konden zitten. Op die manier zaten ze ook een heel eind van de reguliere picknickplaats af.
Clara keek over het water uit. Zoiets had ze nog nooit gezien. Rons zus keek met haar mee. "Wat mooi, hè?"
"Ja, prachtig. Het is geweldig, en zo groot!"
"In New York hebben ze dat niet, dat weet ik zeker." Shelley lachte. "Kom, eten. Ik rammel. En niet bang zijn, er is genoeg."
"Dat geloof ik meteen," zei Ron. "Die mand was loodzwaar."
Comments