Clara's Ogen. Hoofdstuk 34, deel 1
34. Een weekend vol plannen
Barry was nog aanwezig. Hij was druk met zijn telefoon toen Ron en Clara binnenkwamen. Ze wilden meteen weer vertrekken, maar Barry zwaaide en wee naar de stoelen. Ze konden gewoon blijven.
De man in het grijze pak was iets aan het doornemen met de persoon aan de andere kant van de lijn. "En als ze dat gedaan hebben is alles in orde? Met handtekening en pasfoto? Perfect. Dank je, Charlie. En reken erop dat ik je op je nek zit als dit niet klopt! Ja, ja, dat weet ik. Jij ook." Barry legde de telefoon neer. Zijn oor was rood; het gesprek had blijkbaar erg lang geduurd.
"Jullie zijn precies op tijd," zei hij. Hij hield een papier omhoog. "Er blijkt een soort gat in de wet te zitten dat we kunnen gebruiken voor Clara's situatie. Het gaat jullie heel wat tijd kosten, want het gaat om een hele berg formulieren, maar als dat is gedaan dan is een paspoort geen probleem. Volgens Charlie."
"Dat moet lukken. Als jij die formulieren hebt kunnen we voor een pasfoto zorgen." Ron was blij met dit nieuws.
"En ik weet zeker dat alle fotografen elkaar de hersens inslaan om een foto van Clara te mogen maken," zei Barry. "Ik heb het merendeel van de papieren al hier, en Charlie stuurt de rest op. Die zijn hier na het weekend, dan kunnen jullie die op komen halen." Hij schoof een indrukwekkende stapel papier naar Ron en legde er een envelop op.
Ron schoof het pakket in de envelop, die nu opeens heel belangrijk was. "Barry, ik weet niet hoe ik je moet bedanken," zei de schilder. Hij was echt onder de indruk.
"Ach, je kent me," zei de man achter het bureau, en maakte een beweging alsof hij een ritssluiting over zijn mond dichtmaakte. "En die kus van Clara… ik bedoel, dan kun je toch niet anders dan je best doen en nog wat meer? Zorgen jullie voor die foto, begin aan je huiswerk," Barry wees naar de envelop, "en ik bel als die andere papieren er zijn. Dan is het allemaal keurig voor elkaar."
Ron schudde Barry's hand nog eens. Clara kuste de man nog even op de wang en bedankte hem voor alle moeite. De ambtenaar wuifde alle bedankjes weg.
Toen ze eenmaal ver weg waren van alle officiële oren, zei Ron: "Ik lijk wel te dromen, Clara. Ik was al bang voor een enorm juridisch gevecht, en nu hebben we dit." Hij klopte op de dikke envelop.
"Dromen is goed," zei Clara. "Je hebt ook heel vaak over mij gedroomd."
Haar woorden lieten hem glimlachen. Ron trok haar tegen zich aan. "Ik houd zoveel van jou… Soms kan ik nog niet geloven dat je echt bent, en hier bij me."
Clara kuste hem en hij kuste haar terug. Iemand liep langs en schraapte de keel, alsof hij niet gediend was van die uitbarsting van liefde, maar Ron en Clara trokken zich daar niets van aan.
Eenmaal in de auto maakte Rons telefoon een piepgeluid.
"Wat was dat?" vroeg Clara. "Dat klinkt anders dan normaal."
"Dat hoor ik als iemand me een bericht stuurt," legde Ron uit. "Daar kijken we wel naar als we thuis zijn. Hmm, misschien moeten we voor jou ook een telefoon regelen."
"Maar ik ga nergens heen zonder je, Ron."
"Nog niet, maar ik ben zeker dat dat gaat komen. En soms moet ik ergens heen zonder jou, en dan is het wel fijn als we elkaar kunnen bereiken." He stak een hand uit en legde die even op haar knie.
"Als jij denkt dat het belangrijk is dan moet ik ook een telefoon hebben," zei Clara, en leunde naar hem om hem op de wang te kussen.
Omdat ze net langs wat winkels kwamen, parkeerde Ron de auto en nam haar ergens mee naar binnen. Een uur later had Clara haar eigen telefoon, een knalrode.
Comments