Clara's Ogen. Hoofdstuk 30, deel 5
De eerste tekenen van Boston's voorsteden waren al te zien torn Clara opeens vroeg of Ron zijn telefoon bij zich had.
"Jazeker. Hier."
"Wil je Shelley bellen en dan je telefoon even aan mij geven?"
Ron grinnikte en belde het nummer van zijn zus. "Hier, het gaat al over."
Clara hield de telefoon met twee handen vast. Ze was zo'n apparaat niet gewend. "Hallo? Shelley? Dit is Clara. Nee, alles is goed hoor. Ik wil je vertellen dat je een schoonzus krijgt." Ron hoorde zijn zus gillen en lachen terwijl Clara vertelde hoe hij haar ten huwelijk gevraagd had.
Clara praatte nog even mer Shell en gaf toen de telefoon terug. "Ze wil met jou praten."
"Ron! Gefeliciteerd met mijn aanstaande mooie schoonzus, broertje! Ik ben zo blij!" Shelley was nog steeds aan het gillen. "Ik had eerlijk gezegd de hoop al opgegeven."
"Ha ha," zei Ron. "Ik kan het ook nog amper geloven, maar ik vroeg haar en ze zei 'ja'." Terwijl hij het zei, keek hij naar het stralende gezicht van zijn Clara.
"Dit is het mooiste cadeau ooit," zei Shelley. "Wanneer is de grote dag?" Ze wilde ook meteen weten waar ze zouden trouwen, wie er allemaal uitgenodigd zouden worden en nog veel meer.
"Hé, kalm aan, zus. Ik heb haar net gevraagd. Dat is al heel wat, weet je, en we zitten er allebei nog steeds van te trillen. Jij hoort het echt wel op tijd."
"Ik geloof je deze keer, Ron. Geef haar een dikke zoen van me, en veel succes daar in Boston. Ik ga pap en mam bellen om dit nieuws door te geven."
Ron voldeed graag aan haar verzoek.
Daarna keken ze weer naar buiten, waar het station van Boston al te zien was, en een paar minuten later stond de trein stil. Ze namen de tijd voordat ze uitstapten. Op die manier was de grootste drukte weg en hoefde Clara zich niet druk te maken.
Snel genoeg vonden ze een taxi. De chauffeur wist waar hun hotel was, en een half uur later waren ze er al. Daar liepen ze tegen een probleem aan.
De dame vroeg om identificatiebewijzen, en Clara had zoiets niet. Ron moest dus snel improviseren en zei dat ze in de haast vergeten waren Clara's paspoort mee te brengen. Dat werd gelukkig geaccepteerd, omdat hij wel zijn identiteit kon aantonen. Toen vroeg de dame om Clara's achternaam. Weer moest Ron improviseren en daardoor werd ze Clara van Gogh. De dame zette alles netjes in de computer en gaf hen de sleutel voor hun kamer.
Eenmaal daar vielen ze op het grote bed en moesten om alles lachen. Ron was blij dat de reis zo goed was gegaan.
"We moeten wel iets verzinnen voor je papieren, Clara," zei hij. "Als we gaan trouwen heb je dat ook nodig. Maar dat zoeken we later wel uit. O, als iemand vraagt of je familie ben van Vincent, dan zeg je maar dat je verre familie bent."
Clara rolde op haar zij en kuste hem op de wang. "Dank je, Ron. Voor alles wat je voor me doet. Soms denk ik dat ik je leven wel erg lastig maak."
Hij keek haar aan en streelde haar haren. "Maak je maar geen zorgen, lieverd, je doet het prima en je leert heel snel." Ron sloeg een arm om haar heen en trok haar tegen zich aan. "Clara van Gogh."
Clara glimlachte. "Dat is een mooie naam. Dank je, dat je me noemt naar de schilder die je zo bewondert."
"Het kon niet anders," zei Ron. "Zijn werk is verbazend en indrukwekkend, en dat ben jij ook, on alle opzichten. In lichaam en geest."
Weer kuste ze zijn wang en kwam daarna overeind. Langzaam begon ze zich uit te kleden. "Mijn geest en mijn lichaam zijn voor jou, Ron," zei ze.
Die dag kwamen ze de kamer niet meer uit.
Comments