Clara's Ogen. Hoofdstuk 30, deel 1
Op reis naar Boston
"Ron?" Clara ging rechtop zitten en keek naar hem. Ze waren in haar ruimte en hadden lekker ontspannen op de warme, zachte vloer.
"Clara?" Hij opende zijn ogen en keek naar haar.
"Ik heb gedacht over die stad, Ron. Boston. Ik denk dat ik niet in een vliegtuig wil."
"Maar je hebt het nog nooit gedaan. Je weet niet hoe het is."
"Dat klopt, maar mijn gevoel zegt me dat ik zoiets niet moet doen." Clara legde een hand op haar hart. "Hier binnen. Ik word bang als ik eraan denk, Ron. Alsof ik oplos in de lucht. Ik moet op de grond blijven."
Ron lachte niet om wat ze zei. Hij praatte met haar, luisterde naar haar en probeerde haar te overtuigen dat het veilig was. Ze wist dat het veilig was – maar niet voor haar.
"Oké. Dan gaan we met de trein. Denk je dat dat wel gaat? Het is net als de auto. Alleen groter. En sneller."
"Ja. Dat gaat wel, dat weet ik zeker. En… kunnen we mijn schilderij meenemen als we gaan?"
"Natuurlijk." Ron glimlachte. "Als we het jouwe meenemen, dan nemen we automatisch het mijne ook mee, want dat zit in jouw schilderij." Het was maar goed dat niemand hun gesprek hoorde. Ron en Clara zouden meteen voor gek uitgemaakt worden.
"Dat klopt," zei ze. "En dan nemen we ook al mijn kleren mee die in die kast zitten." Ze wees naar de muur waar Ron een kast had 'getekend'.
"Dat klopt. Op die manier reizen we wel heel licht." Hij speelde even met het idee om zijn eigen bagage ook hier te parkeren, maar het zou wel vreemd uitzien als ze aankwamen zonder tenminste een koffer.
"En ik zou ook hier kunnen zijn. Dan hoef je niet voor mij te betalen." Clara knipoogde.
"Wederlicht betaald, geen zorgen. En ik heb jou liever naast me in de trein, lieverd. Dan kan ik je zien, en kussen, en… zo. Bovendien zou ik je in de trein uit het schilderij moeten halen. Ik weet niet eens of dat kan."
"O ja. Daar had ik niet aan gedacht." Clara pakte een van zijn handen en begon met zijn vingers te spelen. "Dank je dat je naar me wilde luisteren, Ron. Over dat vliegtuig en zo."
"Vanzelf. We zijn samen, dus luisteren we naar elkaar." Hij trok haar tegen zich aan en genoot van het gevoel, van haar nabijheid. Toen schoot hem iets te binnen. "Denk je dat we dat schilderijbezoek nog eens kunnen doen? Zoals we met die Dali deden?"
"Ja hoor. Waarom? Heb je iets in gedachten?"
"Ja. Toen ik voor Ostring die Mona Lisa deed. Ik denk dat het goed is om daar ook een waarschuwing op te zetten."
"Wat is een Mona Lisa?"
Ron vertelde haar over het beroemde schilderij van Leonardo da Vinci, en dat niemand echt zeker wist wie de vrouw was die op het schilderij was afgebeeld.
"Ik snap het." Clara veegde haar handen even over de lege muur, waarna Ron met grote halen een grove Mona Lisa creëerde. Het verbaasde hem dat het meer werk was dan de Dali, maar uiteindelijk stond het beroemde doek op de muur. De vrouw, zo groot vlakbij, was bijna akelig echt.
Clara pakte Rons hand en samen stapten ze het schilderij in.
"Dit is raar," zei Ron. "Het ruikt hier oud." Hij keek omhoog naar de schouder van Mona Lisa. Daar wilde hij zijn bericht kwijt, dus dat betekende een klimpartij.
Hij ging voorop, en halverwege besloot hij even te rusten. Het was echt een heel eind. Tegelijkertijd was er iets dat hem opviel. Iets klopte hier niet.
Clara vroeg wat hij daarmee bedoelde.
Hij keek naar een lok haar die omlaag hing vanaf het hoofd van de geschilderde vrouw. "Ehm… Ik denk dat ik het weet. Volgens mij zijn we in de echte Mona Lisa." Hij bestudeerde de lok nog eens. "Dit is anders dan hoe ik dat gedaan had." Toen vielen hem ook pas de kleine scheurtjes in de verf op. "Die zijn echt. Ik heb de mijne erop geschilderd." Het klamme zweet brak hem uit. "We lopen hier rond op een meesterwerk." Ron keek omlaag. Gelukkig waren er geen sporen te zien waar ze waren begonnen te klimmen.
"Bedoel je dat de schildering op mijn muur te echt is? En dat we daardoor hier zijn gekomen?" Clara klonk verbaasd.
"Je zou het bijna denken. Terug naar beneden en weg hier. En voorzichtig."
Comments