Clara's Ogen. Hoofdstuk 27, deel 3
"Allemachtig," zei hij toen hij naar het schilderij keek. "Ik neem jou niet mee naar Boston, Clara. Als ze dat zien gaan ze met jou zaken doen en niet met mij!" De afbeelding was bijna een foto. Nee, het was nog beter dan een foto, besliste hij. "Hoe heb je dat gedaan? Ik weet dat er mensen zijn die zoiets presteren, maar... jij hebt nog nooit eerder een penseel in handen gehad." Hij ging op de kruk zitten, Clara nog steeds in zijn armen.
"Ik ben blij dat je het mooi vind, Ron. Zo zie ik je." Clara legde haar hoofd tegen zijn schouder terwijl ze samen het schilderij bekeken.
"Ik kan dit niet geloven," zei Ron. "Dit lijkt nog meer op mij dan ik."
Toen verraste Clara hem met de mededeling dat ze het schilderij naar 'haar' ruimte moesten brengen. Toen hij vroeg waarom, zei ze enkel: "Weet ik niet precies, maar jij en ik zijn de enigen die het mogen zien, Ron. Dit schilderij hoort daar. Misschien komen we erachter waarom dat is als het er eenmaal is."
"Goed. Dan brengen we het daarheen." Hij snapte er niets van, maar er waren intussen zoveel vragen in de 'dit-snap-ik-totaal-niet'-categorie beland dat die ene vraag ook niet meer uitmaakte.
Clara gleed uit zijn armen. "Nu?" Ze liep al naar het schilderij met haar beeltenis en legde dat op de tafel.
"Je hebt wel veel haast, lieve... wauw..." Ron staarde naar haar billen die onder het T-shirt vandaan kwamen terwijl ze zich over de tafel boog.
Clara grinnikte. "Kom je?" Ze stak een hand uit.
Ron pakte haar schilderwerk op en liep naar de tafel. Het was even mikken om het schilderij vast te houden en ook Clara, maar het lukte.
~~~
"Nou, daar zijn we." Ron keek naar het doek wat ze mee hadden gebracht. Gelukkig, het was niet beschadigd.
"Bah, hier zal ik nooit aan wennen," zei Clara. Ze ging rechtop zitten en hield haar hoofd even vast. "Telkens als we hier komen voel ik me even draaierig."
Hij wist dat dat niet lang zou duren. Toen ze eenmaal weer in orde was vroeg hij waar ze het schilderij wilde hebben. Snel stond ze op, pakte het doek en zette het in een hoek tegen de muur.
"Hier staat het prima, Ron. Waar het staat is niet belangrijk, alleen dat het hier is."
Ron schudde zijn hoofd. "En zo stapelen de dingen zich op. De dingen die ik niet snap."
Clara knielde bij hem neer en pakte zijn handen. "Je hoeft niet alles te begrijpen, Ron. Wat belangrijk is, is dat belangrijks iets uit jouw wereld in de mijne is. Misschien komen we er nog eens achter waarom dat moet. Of niet. Als het maar is gedaan."
"Of niet." Hij glimlachte. "Jij laat het allemaal zo makkelijk klinken. Je bent een lief mysterie, weet je dat? En wat nu?"
"Niets," zei ze. "We kunnen gewoon een tijdje hier blijven als je wilt."
Hij knikte. "Dat klinkt goed. Het is hier fijn en lekker rustig."
Ze legde haar handen op zijn schouders en drukte hem zachtjes op de warme vloer. Toen hij lag, lag zij op hem, in zijn armen. "Ontspan je, Ron."
Hij werd een beetje licht in het hoofd. "Wat gebeurt er, Clara?"
"Gebeurt? Ik lig op je..." Dat was alles wat hij nog hoorde, voor hij in een zwart gat leek te vallen.
~~~
"Ron? Ron!"
Ergens vandaan hoorde hij zijn naam roepen. Tegelijkertijd werd hij ook aan zijn schouders geschud.
"Hé, ho, ik ben hier," zei hij. Toen hij zijn ogen opende keek hij in Clara's bezorgde gezicht.
"Je stopte opeens met praten, Ron. Ik was bang dat er iets niet goed was. Wat was er met je?"
"Ik heb geen idee..." Ron kwam langzaam overeind. Hij voelde nog een klein beetje van die vreemde lichtheid in zijn hoofd, maar dat was amper de moeite waard om aan te denken. "Ik weet nog dat je op me kwam liggen, en toen was opeens alles weg." Hij wreef zijn handen over zijn gezicht. "Was ik lang weg?"
Clara kon het niet zeggen. Tijd was nog steeds iets vreemds voor haar, en Ron had geen horloge om.
"Misschien moeten we maar terug gaan naar de huiskamer," stelde hij voor. Daar was ze het mee eens.
Comments