Clara's Ogen. Hoofdstuk 26, deel 4.
"Nee, niet doen," zei Clara wat onhandig. "Ik drink dit bijna nooit. Een klein beetje is goed. Dank je, Ron, dat je zo goed oppast." Dat stelde Rons moeder gerust, en Ron was verbaasd dat ze echt een beetje van de wijn proefde. Ze had dat nog nooit gehad.
Ze werden uitgenodigd om ook voor het avondeten te blijven, maar dat sloegen ze af. Ron wist dat Clara wel moe zou zijn na vandaag, dus bedankten ze de ouders voor de leuke middag en daarna vertrokken ze naar Rons huis.
Clara zat met haar ogen dicht. "Het voelt alsof alles in mijn hoofd beweegt, Ron. En overal tegelijk heen."
"Dat is beslist de wijn," zei hij. "Ik ben blij dat je niet alles op hebt gedronken."
"Maar het was wel lekker," zei ze, en likte haar lippen af. "Veel beter dan dat bier van jou."
Eenmaal thuis parkeerde hij de auto en hielp hij haar uitstappen. Haar benen waren niet erg betrouwbaar nu, dus tilde hij haar op en droeg hij haar het huis in.
"Langzaam, Ron," waarschuwde Clara hem. "Ik voel me al zo raar, en als je zo snel loopt is het nog raarder. En het voelt helemaal niet fijn zo."
"Je bent dronken, lieverd. Sorry, Ik had iets anders voor je moeten vragen." Ron zette haar op haar voeten. Clara ging meteen op de dichtstbijzijnde stoel zitten. "Zeg het maar als je klaar bent om je schilderij in te gaan."
Na een paar minuten waagde Clara het erop. Met Rons arm om zich heen was de reis terug naar haar woonruimte snel gedaan. Ron hoopte dat de rare duik haar niet nog zieker zou laten worden.
Toen ze op de zachte, warme vloer lagen, deed hij zijn ogen open en keek hij naar zijn meisjes. "Gaat het?"
Clara ging rechtop zitten en grijnsde. "Geweldig. Dat gekke gevoel in mijn hoofd is weg, ik ben weer helemaal goed. Dank je, Ron."
"Wat?" Ron kwam ook overeind. "Heb ik je een kater bespaard door je gewoon hierheen te brengen?" Het klonk onwaarschijnlijk, maar Clara leek weer helemaal de oude.
"Sorry dat ik zo moeilijk ben, Ron," fluisterde Clara in zijn oor terwijl ze tegen hem aan hing.
"Je bent niet moeilijk. Je bent gewoon anders. Ik denk niet dat er ooit iemand als jij in de wereld is geweest, en ik ben helemaal trots en blij dat je bij me bent."
"Ik ook, Ron. Mijn bijzondere schilder Ron." Zachtjes kuste ze zijn wang. "Ik ben ook trots op jou. Jij bent de enige die me zo kon schilderen dat ik tot leven kwam." Ze steunde op haar ellebogen en leek zijn gezicht te bestuderen. "Ja, jij bent een mooie man voor mij, Ron. Misschien moeten we weer naar jouw huis gaan. Dan kun je iets te eten maken voor jezelf. En dan kan ik nog wat meer aan jouw schilderij doen."
Ron glimlachte. Hij wist dat hij dat heel veel deed, de laatste tijd. "Ja, dat is een goed idee."
De sprong terug naar zijn huiskamer was zo gebeurd. Ron ging de keuken in en Clara ging weer bij de ezel zitten. Het viel Ron op dat zij helemaal geen moeite leek te hebben met het kunstlicht, en ze was nog steeds bezig toen hij met zijn eten aan tafel zat. Een bijzonder gevoel van trots en liefde overspoelde hem, toen hij haar zo bezig zag. Hij zag ook dat ze moe aan het worden was.
"Geef dat eens aan mij, lieverd," zei hij, terwijl hij de penseel uit haar vingers plukte. "Dat is genoeg voor vandaag."
Clara leunde tegen hem aan en zuchtte. "Het is zo moeilijk om te stoppen, Ron," zei ze zachtjes. "Dank je dat je me tegenhoudt." Samen keken ze naar het schilderij. Ron snapte nog steeds niet hoe ze het voor elkaar kreeg; het was bijna een foto. "Morgen maak ik het af," beloofde ze.
"Maar eerst slapen," zei Ron. Hij streelde haar haren.
"Hmm… dat voelt fijn." Ze klonk alsof ze bijna in slaap viel.
Die nacht sliepen ze samen in Rons bed.
Comments