Clara's Ogen. Hoofdstuk 26, deel 2
De serveerster bracht het ontbijt en zette een leeg bord voor Clara neer. "Jij moet echt je eigen eten bestellen, liefie," zei ze gemoedelijk. "Jij bent er zo een die niet dik kan worden al wil ze het graag." En daarna wandelde ze weg.
Clara snapte de opmerking niet, dus hielp Ron haar om het te begrijpen.
"Eigenlijk is het een verborgen compliment voor hoe je eruit ziet, en een beetje jaloezie." Terwijl hij at, stal Clara af en toe wat van zijn bord, om dingen te proeven. Hij probeerde intussen te denken over het nieuws. Die inbraak zat hem niet lekker, maar hij had niet genoeg informatie om iets mee te doen.
Na het eten haalde de serveerster de borden weer weg. Ze schudde haar hoofd over Clara's schone bord en liep zuchtend weg.
"Niets van aantrekken, lief," zei Ron. "Niets aan de hand." Hij ging afrekenen en daarna verlieten ze Dicky's Ontbijtpaleis. "Wil je ergens heen?" vroeg hij toen ze weer bij de auto waren. "We kunnen naar huis gaan, wat rondrijden, gaan wandelen in het bos. Zeg het maar."
"Naar huis?" Ze keek vragend. "Ik zie zoveel dingen waar ik moe van word. En we gaan later ook weer naar je ouders." Ze klonk niet erg blij.
Ron kuste haar voorhoofd en reed naar huis. Clara zag er echt uitgeput uit toen ze aankwamen. Hij moest haar zowaar ondersteunen toen ze uit de auto probeerde te komen. Hij was ongerust. "Ik sleep je meteen het schilderij in," zei hij. Clara knikte enkel.
Even later waren ze weer in haar wereld met de rustgevende, kale muren. Ze zuchtte van opluchting terwijl ze tegen de muur ging zitten met haar ogen dicht. "Wil je me even vasthouden, Ron?"
"Natuurlijk." Hij ging naast haar zitten en tilde haar op zijn schoot. Met zijn armen om haar heen en haar hoofd op zijn schouder, streelde hij haar haren. "Arme lieverd. Dit was duidelijk teveel voor je."
"Maar het is wel leuk, Ron," zei ze. Ze klonk echt moe. "Leuk om dingen te zien. En mensenβ¦" Even later was ze stil en haalde rustig adem. Ze sliep. Ze had dat duidelijk nodig.
Hij liet zijn gedachten teruggaan naar het nieuws dat ze op televisie hadden gezien, over de inbraak. Als het de televisie haalde was het beslist een grote kraak geweest. Misschien kon hij contact krijgen met Marcus, of Felicity, en vragen of zij iets meer wisten.
Na een tijdje werd Ron ook doezelig, door Clara's warme lichaam tegen het zijn, en het verraste hem een beetje dat zij hem wakker maakte.
"Ben je ook in slaap gevallen?" Ze keek hem met een enorme grijns aan.
"Daar lijkt het op, hè? Hoe is het met jou, schat?"
De langzame manier waarop ze zich uitrekte liet hem weten dat het prima was met haar, en de kus op zijn wang maakte dat nog eens extra duidelijk. "Ik voel me weer helemaal goed. Dank je, dat je zo goed voor me zorgt, Ron."
Hij veegde een lok haar van haar voorhoofd. "Doe ik graag. Hoe denk je over een eerst schilderles?"
"Ja!" Clara stond meteen op en kon amper wachten tot ze weer in de huiskamer waren.
Ron keek op de klok. Ze hadden nog heel wat tijd voor ze bij zijn ouders moesten zijn, dus klemde hij een blad papier op een oud doek en zette dat op de ezel.
Clara keek beteuterd toen ze een potlood van hem kreeg. "Ik wil de penselen, Ron."
"Natuurlijk. En dan ga je schilderen, hè?"
"Ja!"
"En wat ga je dan schilderen?"
Ze keek hem verbaasd aan, alsof dat een stomme vraag was. "Jou, natuurlijk."
"Mij?" Dat had hij niet verwacht. "Waarom?"
"Omdat jij mij hebt geschilderd. Jij hebt mijn beeltenis, Ron, en ik wil jouw beeltenis hebben." Clara sloeg haar armen om hem heen. "Alsjeblieft?"
Hij kon haar blik niet weerstaan. "Natuurlijk. Jij gaat schilderen." Hij zorgde voor een kleiner doek dat hij eens schoon had gemaakt, en zette dat voor haar klaar. Daarna hielp hij haar de kleuren bepalen, hoe ze de verf kon mengen en wat de effecten daarvan waren. Daarna begon ze te schilderen.
Geboeid keek hij toe wat ze deed. Opvallend genoeg begon ze met zijn ogen. Hoe apart, dacht hij. Hij was ook met haar ogen begonnen. Terwijl ze bezig was, bekroop hem een vreemd gevoel. Ze was goed. En snel. Binnen een uur had ze zijn ogen geschilderd, de omtrek van zijn gezicht met de meeste details, en de schaduwen om zijn neus.
"Goeie god, waar heb je dat geleerd?" vroeg hij, toen ze de kleine penseel neerlegde waarmee ze aan zijn wenkbrauwen had gewerkt.
Clara legde een hand op zijn hart. "Hier. Van jou."
"Wacht even, dat snap ik niet. Ik heb je nooit leren schilderen. Toch?" Ron was even helemaal de draad kwijt.
Clara gaf hem een snelle kus. "Je herinnert je dat niet, maar toen je in New York was, en daar schilderde, toen keek ik wat je deed. Dat is hoe ik het geleerd heb. Ennu ga ik mijn vingers schoonmaken."
"Je handen wassen," corrigeerde hij haar automatisch. Hij keek hoe ze naar de keuken wandelde. "Mijn god, wat ben je een prachtig wezenβ¦"
Comments