Book covers of some of my publications
A world of books - Een wereld van boeken.

Clara's Ogen. Hoofdstuk 23, deel 4

Het bezoek bij hun ouders was hartverwarmend en gaf Ron nogmaals het gevoel dat hij de juiste keuze had gemaakt. Ze hadden uitgebreid gekookt, zoals Shelley al had voorspeld, en iedereen vroeg hem het hemd van het lijf over alles dat hij in New York had meegemaakt. Hij vertelde hen hetzelfde als hij zijn zus had verteld, toen het op de reden kwam om terug te komen.

Rons vader knikte. "Goed gedaan, jongen. Dat is niet het soort mensen waar wij mee om willen gaan. Je kunt beter met minder geld gelukkig zijn dan rijk worden door te liegen en te stelen."

De schilder grinnikte om die manier om naar de situatie te kijken, maar hij herkende die.

"Mam, pap, jullie zouden het schilderij eens moeten zien dat hij van zijn grote liefde heeft gemaakt," riep Shelley toen uit. "Het is zo echt, dat geloof je niet." Haar woorden maakten het voor Ron pijnlijk duidelijk dat Clara op hem wachtte. Hij kon het echter niet maken om snel te vertrekken, want zijn ouders wilden meer en meer weten over het schilderij en de vrouw die hij had geschilderd, dus was het behoorlijk laat toen Ron weer thuis was.

"Slaap lekker, broertje," zei Shelley. "Neem je tijd morgen. Kom maar eerst eens goed thuis." Daarna reed ze weg.

Ron kwam binnen, sloot de deur achter zich en knipte het licht aan. "Hallo, lieverd. Ik ben terug. Eindelijk."

"Hallo, Ron." Clara klonk verward, droevig. "Je moet me vast komen houden, Ron."

"Wat…" Hij legde het schilderij op tafel en leunde eroverheen. Niet veel later was hij bij haar, en hield haar vast. Hij zat op de grond, zijn rug tegen een muur en Clara op zijn schoot. "Clara toch," mompelde hij, "sorry dat je zo lang moest wachten. Ik ben hier morgen de hele dag, en dan ben ik zoveel mogelijk bij je. Wat is er aan de hand, lief?"

Tranen rolden over haar wangen terwijl ze knikte. "Ik miste je, Ron. Vreselijk. En je bleef zo lang weg. En dit huis is zo anders als dat waar we eerst woonden."

Dat had hij niet verwacht. "Het huis? Anders?"

Ze knikte weer. "Ik weet niet hoe, Ron, maar sinds een tijdje kan ik voelen waar ik ben. Het oude huis was bekend. Ik wist wat ik er kon voelen. Dit nieuwe huis is zo… vreemd. Het maakt me bang, Ron."

Hij hield haar vast en wiegde haar tot ze gekalmeerd was. "Het is allemaal goed, lieverd. Je moet er gewoon aan wennen. En we zijn nu samen," zei hij. "Als er iets is wat ik kan doen zodat je je beter voelt, dan hoef je het maar te zeggen."

Clara glimlachte voorzichtig. "Er is wel iets…" Voor Ron kon vragen wat dat was, kuste ze hem. In het begin voorzichtig, maar toen met steeds meer passie, tot ze opeens geen kleren meer aan hadden…

Een hele tijd later lagen ze moe en voldaan in elkaars armen. Ron genoot van de geur van haar huid en de kleine, tevreden zuchtjes die af en toe aan haar lippen ontsnapten.

"Ik zou graag willen dat je hier kon blijven, Ron," fluisterde ze.

"Ik ook, Clara. Ik wil je eigenlijk gewoon niet loslaten." Terwijl hij dat zei, wist hij wat er zou komen.

"Maar je moet."

"Waarom eigenlijk?" Dat had ze hem nooit verteld.

"Dat weet ik niet precies. Het is een beetje als toen we samen dat andere schilderij in gingen, waardoor je je energie zo snel kwijt was. Als je hier bent gebeurt dat ook, maar veel langzamer."

Ron dacht daar een tijdje over na. Hier zijn gaf hem nooit het idee dat hij snel door zijn energie heen raakte, maar ze had wel gelijk. Als hij terugging naar de 'gewone' wereld dan voelde hij de klap altijd weer. "Nog heel even. Dan ga ik terug om te slapen."

"Dat is goed," zei Clara. "Maar je moet naar me luisteren als ik zeg dat je moet gaan."

"Beloofd…"

Dat moment kwam uiteraard veel te snel, maar hij had het beloofd, dus knuffelde hij haar nog een keer, raapte zijn kleren bij elkaar en sprong door de muur van de vreemde kamer. Hij was weer terug in zijn eigen huiskamer en raakte zijn evenwicht kwijt. Ron stapte naar achteren en ramde een stoel met zijn enkel. "Auw, verdorie…"

"Ron! Wat is er gebeurd?" Clara klonk meteen bezorgd.

"Niets aan de hand, lieverd. Ik knalde tegen een stoel aan." Ron glimlachte toen hij voelde hoe ze zich weer ontspande. "Sorry dat ik je liet schrikken."

Clara zei dat hij naar bed moest gaan zonder zichzelf te beschadigen. Dat lukte hem. Toen hij tussen de lakens schoof, voelde hij haar heel dicht bij hem.

Comments