Book covers of some of my publications
A world of books - Een wereld van boeken.

Clara's Ogen. Hoofdstuk 23, deel 3.

Shelley reed weg en vertelde honderduit over de laatste nieuwtjes in Midlothian, en daarna vroeg ze waarom Ron ontslag had genomen. Hij vertelde haar van de aanwijzingen dat Ostring en co met louche zaken bezig waren en dat hij daar niets van wilde weten.

"Dan had je de politie toch kunnen inschakelen," zei Shelley, heel praktisch.

"Ik heb geen bewijzen, alleen vermoedens, Shell. Ik ben maar een schildertje. Zij zijn een grote instelling met geld en advocaten. Die laten geen spaan van me heel." Of ik eindig als Tim, dacht hij er voor zichzelf achteraan. "En daarom heb ik eieren voor mijn geld gekozen. Ik heb aardig geld verdiend, dat kan ik nu gebruiken, en ik heb de eer aan mezelf gehouden."

"Uh-huh," zei Shelley terwijl ze van de snelweg afdraaide en de weg naar Midlothian insloeg. "Wil je eerst bij pap en mam gaan kijken, of eerst je spullen uitladen?"

Ron wilde eerst zijn bagage thuisbrengen. Hij had schilderijen en verf bij zich, en Clara's schilderij. Het was knap warm hier, en de hitte in de auto zou al dat materiaal geen goed doen. Clara's schilderij moest als eerst in veiligheid worden gebracht. Clara liet hem weten dat ze daar heel blij om was.

Ron keek om zich heen, om haar te laten zien waar ze nu waren. Hij noemde verschillende dingen, zodat ze die later misschien eens zou herkennen, en zo kwamen ze al snel bij zijn huis aan, dat net buiten de kern van het stadje lag. Hij en Shelley wachtten met uitstappen tot de stofwolken weggetrokken waren.

"Welkom in de zomer," grapte ze.

Met z'n tweeΓ«n was het uitladen van de koffers en tassen heel snel gedaan. Ron plaatste Clara's schilderij, nog in de hoes, op de ezel die altijd klaarstond.

"Geheim project?" vroeg Shelley.

"Heel geheim," zei Ron, terwijl hij de hoes eraf haalde.

Shelley's mond viel open. "Ron! Heb jij dat gemaakt? Wat mooi! Maar…" ze wees naar de vlekken die nog steeds te zien waren. "Wat is dat?"

"Ongelukje. Dat krijg ik nog wel weg," zei hij, maar hij wist dat hij daar geen haast mee had. Die vlekken lieten hem naar Clara reizen. "Wel fijn dat je het mooi vindt."

Shelley keek nog eens goed. "Dat is het schilderij waar je me een tijd geleden naar vroeg, weet je nog? Die ogen. Die haal ik overal uit. Je hebt er iets magisch mee gedaan, Ron. Ze ziet er zo echt uit, alsof ze zo van het doek af kan stappen. Dit is bijna eng."

Ron grinnikte. Als ze eens wist wat hij wist.

"Je zus is leuk, Ron!" zei Clara.

"Ja, dat is ze. De beste zus die iemand kan wensen. Ik hoop dat je haar eens kunt ontmoeten."

"Dat hoop ik ook, Ron."

Shelley klopt hem op de arm. "Ik weet hoe je dit gedaan hebt. Je hebt haar eens gezien in New York, en omdat je niet zo'n held bent heb je haar gezicht onthouden en haar daarna geschilderd. Dan is ze toch een beetje je vriendin. Heb ik gelijk of heb ik gelijk?"

Ron sloeg een arm om haar schouders. "Je zit heel dichtbij de waarheid, Shell."

"Zie je! Ik wist het wel! Kom, pap en mam wachten, en ze hebben op je gerekend met het eten."

"Ik moet nu gaan, lief," zei Ron in zijn hoofd tegen Clara. "Ik kom zo snel mogelijk weer naar je toe." Ron voelde zich bezwaard dat hij haar zo snel alleen moest laten. "Ik houd van je."

"Ik ook van jou, Ron." Ze klonk teleurgesteld. Het sneed door zijn hart.



Comments