Clara's Ogen. Hoofdstuk 22, deel 3
Ron kon in gedachten zien hoe ze op haar onderlip beet, zoals ze vaker deed als ze onzeker was. "Bang zijn is niet erg, Clara. Wacht… ik moet even wat opzoeken…" Hij pakte zijn telefoon en bladerde door de foto's die hij gemaakt had. Ja, hij had zowaar nog wat foto's van zijn huis en de omgeving van Midlothian. "Ik kom naar je toe en ik breng mijn telefoon mee. Dan kun je eens kijken naar wat plaatjes." Hij hoopte dat hij zijn telefoon niet kapot zou maken; arriveren in haar kamer betekende meestal een duik op de vloer.
"Plaatjes?" vroeg Clara, maar Ron was al 'onderweg' naar haar.
Het tollende gevoel kwam abrupt tot een einde toen hij op de vloer landde. Even wachtte hij, tot de wereld in zijn hoofd ook weer stilstond. Toen pas ging hij rechtop zitten en keek rond. Clara zat naast hem, in kleermakerszit, en ze droeg het shirt dat hij vergeten was mee te nemen naar de buitenwereld. "O, wauw, dat ziet er goed uit," zei hij.
Clara bloosde. "Ik wilde jou dichtbij hebben dus heb ik dit aangedaan. Ik hoop dat je het niet erg vindt." Ze wees naar zijn broek. "Die is veel te groot dus heb ik die niet aangedaan." Toen dook ze bovenop hem en een tijdlang waren ze bezig met elkaar te begroeten. "Ik houd zoveel van jou, Ron," zuchtte Clara uiteindelijk.
"En jij bent voor altijd in mijn hart, Clara," zei hij, terwijl hij haar haren streelde. "Ik zal je nooit verlaten."
"Dat maakt me blij, Ron." Ze zuchtte even. "Wat wilde je me laten zien?"
"O! Ik zou het bijna vergeten!" Ron pakte zijn telefoon, die braaf met hem was meegekomen. Hij schakelde het apparaatje in en liet haar de foto's zien die hij in Virginia had gemaakt. Clara bekeek ze met kinderlijk enthousiasme.
"Dat is zo mooi daar, Ron," zei ze. "Wat is dat? En dat? En wie is dat?"
Hij legde het allemaal geduldig uit. Daarna liet hij haar wat foto's zien die hij in New York had gemaakt, maar dat duurde niet lang. Clara wilde dat allemaal niet zien. Het leek alsof iets in die foto's haar angst aanjoeg. Het bleek dat ze bang was voor de grote hoeveelheid mensen overal.
Snel bladerde Ron terug naar de foto's van Midlothian, van zijn huis en de ruimte achter zijn woning. "Kijk, dit is beter. Dit is mijn huis in Virginia."
Clara keek voorzichtig naar het schermpje. "Het is mooi daar, Ron. Misschien kan ik een keer met je meekomen en daar rondlopen, als we er zijn."
Ron stopte de telefoon weer in zijn zak en nam haar daarna in zijn armen. Na een kus fluisterde hij dat hij het geweldig zou vinden om haar mee te nemen op lange wandelingen. "Maar eerst moeten we daarheen, en dan kijken of je je veilig genoeg voelt om naar buiten te komen." Hij doelde op 'buiten het schilderij'. Tegelijk vroeg hij zich af of ze wel het schilderij uit kon, maar hij drukte die vraag weg. Dat was voor later, en misschien was het geeneens een punt. Hij wist niet of Clara zijn korte moment van vrees daarover opving; ze liet in elk geval niets merken.
"Ik moet even weg, lieve Clara," zei hij toen. "Ik moet de reis naar huis regelen, ik moet iets regelen dat mijn spullen allemaal meegaan, en ik wil de mensen die hier wonen laten weten dat ik ga vertrekken."
Clara keek hem aan. Het voelde voor Ron alsof ze hem even bestudeerde. Toen pakte ze een van zijn handen. "Ik houd van jou, Ron."
"En ik houd van jou, Clara." Hoe zou hij niet van haar kunnen houden? Op dat moment viel hem op dat er iets was wat ze wilde zeggen, maar waar ze ook tegenop keek, dus gaf hij haar de tijd om de goede woorden en het goede moment te vinden.
Ze deed haar ogen dicht en haalde diep adem. "Kan ik met je meegaan? Nu? Gewoon, heel even? Ik wil heel graag zien waar je nu woont, maar ik wil wel heel snel terug kunnen." Ze keek hem aan.
Dat had hij niet verwacht. Hij voelde dat ze nerveus was. "Ja. Zeker. Kom mee, en als je terug wilt dan hoef je het maar te zeggen, dan breng ik je terug." Hij drukte zijn lippen even op de hare. Ze stonden op en keken naar de vreemde muur die hem toegang gaf tot haar bijzondere wereld.
"Houd mijn hand vast, Clara. En ren met me mee." Ron werd nu ook wat zenuwachtig. Wat als ze hier niet uit kon? Wat zou er dan gebeuren?
"Goed. Voor ik niet meer durf," zei ze. Ze pakte zijn hand, en met zijn andere arm om haar heen renden ze naar de muur en sprongen.
Comments