Clara's Ogen. Hoofdstuk 22/23.
Ron wist wat hij kon verwachten bij een terugkeer in de 'buitenwereld'. Hij vond snel zijn evenwicht terug en, tot zijn grote vreugde, voelde hij Clara nog steeds in zijn arm. Hij trok haar tegen zich aan en schrok even van haar korte gil toen haar blote voeten de koude linoleumvloer raakten. "Het is oké, lief, we zijn er. Het is je gelukt," fluisterde hij in haar oor, terwijl ze haar gezicht tegen zijn schouder hield.
"Ron," fluisterde ze. "Ik ben hier, met jou. Het voelt zo anders. Maar ik durf niet te kijken."
"Dat is niet erg, schatje. Er is niemand hier behalve wij twee. Je hoeft je niet te haasten."
"Het is koud, Ron," fluisterde ze, haar ogen nog steeds gesloten. Natuurlijk had ze het koud, ze had alleen zijn shirt aan. "Kun je me nu terugbrengen?"
"Natuurlijk. Houd je goed vast. Als we terug zijn moet je klaar zijn om over de grond te rollen, oké? Ik heb dit nog niet eerder met je gedaan."
"Ja, goed, maar snel," pleitte ze terwijl ze zich aan hem vastklemde.
Ron haalde diep adem en keek naar het schilderij. Hij boog zich voorover en wachtte op het vreemde gevoel. De duik naar binnen duurde wat langer dan anders, maar opeens schoten ze samen het schilderij in. De grijze en blauwe vlekken schoten langs hen heen en, zoals altijd, eindigde de reis op zijn rug. Ron kwam meteen overeind en keek rond. Clara lag vlak naast hem, haar ogen dicht en haar borst rees en daalde heel snel. "Kalm, lief, we zijn er weer," zei hij, en pakte haar hand.
"Ik voel me zo ziek, Ron," klaagde ze. "Zo ziek! Alles draait…"
Ron nam haar in zijn armen en herinnerde zich hoe slecht hij zich had gevoeld, die eerste keer. Hij hoopte dat dit niet te erg was voor haar, en dat ze deze reis nog eens wilde doen.
Na een tijdje ging Clara's ademhaling een stuk rustiger. "Dank je, lieve Ron… Ik voel me alweer veel beter." Ze trilde nog wel, maar hij wist dat ze door het ergste heen was. "Dit was zo raar," zei ze, terwijl ze bovenop hem kroop en daar bleef liggen.
"Ja, ik weet het. Dat had ik de eerste keer ook." Ron genoot van haar warme gewicht op hem. "Doe maar rustig aan. Het komt allemaal goed zo."
Clara tilde haar hoofd op. "Ja. Het komt allemaal goed. Kun je nog heel even blijven? Tot ik weer helemaal goed ben?"
"Natuurlijk, lieverd."
23. Op weg naar huis
Iedere schilder in het gebouw was verbaasd en ook wat terneergeslagen toen Ron, onder het laatste avondmaal met hen, aankondigde dat hij ontslag had genomen. Die middag had hij al van alles geregeld. Een taxibus zou hem de volgende dag ophalen en hem met zijn spullen naar de trein brengen, zodat die ook in Midlothian terecht zouden komen.
Iedereen schudde zijn hand en gaf hem een stevige knuffel, voor ze naar huis gingen. Cornelia had het meest bijzondere afscheid voor Ron. Ze keek hem strak aan en zei: "Je doet het juiste, Ron. Ga naar huis. Wees gelukkig, en zorg goed voor haar."
Toen hij over zijn verbazing heen was, was de vrouw al weggelopen na een van haar spaarzame glimlachjes. Ron had geen gelegenheid meer om haar te vragen hoe ze wist wat ze wist.
Eenmaal thuis was hij naar Clara gegaan en had zoveel mogelijk tijd bij en met haar doorgebracht als hij zich kon veroorloven, maar uiteindelijk moest hij toch terug naar zijn appartement om te slapen. De volgende dag zou een lange worden. Hij viel in slaap met Clara's ogen in zijn gedachten.
Toen zijn wekker hem meedogenloos uit zijn dromen sleurde, was Clara meteen bij hem, in zijn hoofd. "Goedemorgen, lieve Ron."
"Hé, goeiemorgen lieverd." Hij glimlachte toen hij de wekker het zwijgen oplegde. "Vandaag gaan we naar huis."
"Ja! Ik hoop dat we kunnen blijven praten als we onderweg zijn," zei Clara, terwijl hij opstond en zich voorbereidde op de dag en de reis. "Het zou jammer zijn als dat niet kan."
Ron was zeker dat ze konden blijven praten. Hij zou haar schilderij bij zich houden in de trein. Dat was belangrijk. Zowat het belangrijkste dat hij nu bezat, besefte hij.
Comments